Het verdriet van Banda
was het verdriet van de gewone mensen
het was het verdriet van aardewerken schalen
hoe de zegeningen van specerijen vloeken werden
de rijke edellieden waren verarmd
ter ere van Nassau en Belgica

Image module

Exploitatie

een nieuwe samenleving
  • artikel
  • 18 minuten
  • Rochelle van Maanen en Fridus Steijlen

Delen van de Banda-eilanden waren wel vaker opnieuw opgebouwd na een zee- of aardbeving. Maar de tsunami van geweld in 1621 moet een veel grotere kaalslag hebben veroorzaakt. Min of meer de gehele bevolking was weg; gedood, weggevoerd of gevlucht. Zeker op het eiland Lonthor waren de meeste dorpen en gebouwen vernietigd. De nootmuskaatbomen, de inzet van het geweld, waren grotendeels ongehavend. Natuurlijk moesten de bomen en de grond waarop ze stonden worden klaargemaakt voor nieuwe oogsten, maar ze stonden er nog.

Om niet meer afhankelijk te zijn van ‘onbetrouwbare’ nootmuskaatboeren had de VOC bedacht om de Banda eilanden georganiseerd te herbevolken en te exploiteren. Het idee om een nieuwe ‘bevolkingsaanplant’ te creëren voor de verbouw van producten was niet nieuw. Jan Pieterszoon Coen had dit eerder geopperd en het was in 1616 al ingevoerd op het eiland Ay, nadat het was veroverd. De beschikbare grond werd daarbij opgedeeld in plantages, ook wel tuinen of met een mooi woord ‘perken’ genoemd. Op deze perken werden beheerders, perkeniers genaamd, aangesteld, die werden geworven onder de Europese en Indo-Europese bevolking van de archipel; veelal oud-medewerkers van de VOC. In totaal werden er 68 perken van gelijke grootte gevormd. Naast de 31 perken op Ay, kwamen er 33 op Lonthor en 3 op Banda Neira, waar het hoofdkantoor van de VOC gevestigd werd. In 1628 waren alle perken ingedeeld. Vanaf dat moment werden soms stukjes van perken aan naastgelegen perken toegevoegd, of ze werden opgedeeld als bijvoorbeeld een perkenier overleed en de grond werd verdeeld onder zijn zonen.

 

lees verder >lees hier het hele artikel
Image module

‘invalide Europese soldaten en andere avonturiers van hun eigen natie, wier nakomelingen, een luie, onwetende, nutteloze en verdwaalde klasse van mensen, de huidige bezitters zijn.’

Slavernij in de Oost

  • video
  • 14:08 min.
  • Reggie Baay

Schrijver, journalist en onderzoeker Reggie Baay vertelt over slavernij in de Oost. Hij is gespecialiseerd in de koloniale en postkoloniale literatuur en geschiedenis. In 2015 publiceerde hij het boek ‘Daar werd wat gruwelijks verricht’, over de onbekende geschiedenis van de koloniale slavernij in Indië. In deze bijdrage vertelt hij meeslepend over de ontheemding en trauma’s van tot slaafgemaakten in de Indonesische archipel.

Image module

‘Ze werden wel perkslaven genoemd en bleven ‘eigendom’ van de VOC’

Banda in aquarellen

  • video
  • 07:45 min.
  • Pieter Jan Klapwijk

Pieter Jan Klapwijk van het Maritiem Museum in Rotterdam vertelt over de reis van Maurits Ver Huell naar Banda en de aquarellen die hij tijdens en na zijn reis heeft gemaakt. Hij beschreef samen met mede-auteur Chris van Fraassen hoe Ver Huell ‘ … door de bril van een paternalistische patriciër keek naar de benedenlaag van de (koloniale red.) samenleving en door de roze bril van een romanticus keek hij naar de exotische maatschappij’. Ver Huell ging voorbij aan het feit dat hij een op slaafgemaakten gebaseerd systeem in woord en beeld vastlegde. De romantiek had bij hem de overhand.

Image module

‘Banda was een soort koloniaal Madurodam met slechts een handvol oorspronkelijke bewoners’

Fotoalbum

  • foto's
  • Rijksmuseum

De fotograaf C. Dietrich legde rond 1875 het leven op de Banda-eilanden vast. De wonderschone foto’s komen uit een album in het bezit van het Rijksmuseum. Dietrich legde hierin zijn reis naar de Banda-eilanden en de Borobudur op Java vast.

Image module

‘Perkeniersaristocratie’ klinkt wel erg fancy en chic’

De laatste perkeniers

  • video
  • 07:59 min.
  • Rick van den Broeke

De familie Van den Broeke beheert sinds het midden van de zeventiende eeuw nootmuskaat-plantages op de Banda-eilanden in de Molukken. Rick van den Broeke is een nazaat van die familie. Hij heeft zich verdiept in zijn familiegeschiedenis en de historie van de Banda-eilanden.

Image module

‘Banda was een van de eerste plekken in de gekoloniseerde Indische archipel waar kolonisatie door middel van nederzettingen werd toegepast, met plantages en nieuwe bewoners’

  • foto
  • © Collectief Teru, J.L.S. Pattipeilohy en L.L.I. Taihuttu, 2021

stilleven met nootmuskaat

Nederlandse stillevens uit de zeventiende eeuw geven inzicht in onze geschiedenis. Achter de prachtige schilderijen gaat een lugubere geschiedenis schuil. Wie scherp kijkt, ontwaart de relatie tussen schoonheid en wreedheid, nieuwe voedingsmiddelen en ellende.”[1]

Belust op macht en rijkdom koloniseerde de Verenigde Oostindische Compagnie, vaak met bruut geweld, delen van de hedendaagse Molukken. Met als één van de vele dieptepunten de massamoord en de totale ontvolking van de Banda-archipel.

Stilleven met nootmuskaat vertelt over Banda, een verhaal dat meer omvat dan alleen de persoon van Jan Pieterszoon Coen, de door hem gepleegde genocide en de zogeheten perken en perkeniers, een eufemisme voor plantage- en slavenhouders. Al eeuwen voor de komst van de Europeanen was Banda een bloeiend, internationaal handelscentrum. Tijdens de ontvolking van de Banda-eilanden werden bijna alle weerbare mannen, vrouwen, kinderen en ouden van dagen vermoord. Enkele honderden Bandanezen werden als slaaf weggevoerd naar Batavia en een ander deel had weten te ontkomen naar omringende eilanden.

Echter, na vier eeuwen leeft het Bandanese volk nog steeds. Hoewel zij voornamelijk verspreid en buiten de Banda-eilanden leven, heeft hun verhaal en cultuur de tand des tijds overleeft, tot op de dag van vandaag.

© Collectief Teru, J.L.S. Pattipeilohy en L.L.I. Taihuttu, 2021. In opdracht van: Building The Baileo.

Geïnspireerd op Stilleven met kazen van Floris Claesz. Van Dijck, ca. 1615.

Met dank aan: T. van Dijk & W. Wolters, R. Habiboe, W. Kamstra, Manis-e Import Export, D. Pattipeilohy – Masbaitubun,
J.C. Pattipeilohy – van den Broek, S. Refualu, D. Smidt, G. Sohilait, R. de Vries.

Mand met nootmuskaat
Deze manden, tukiri genaamd, worden al eeuwenlang op Banda gebruikt om geoogste nootmuskaat te verzamelen. De vorm en het vervaardigingsproces van de manden zijn door de eeuwen heen ongewijzigd gebleven.

De economie van Banda was voor de komst van de Europeanen al volledig gericht op de handel in nootmuskaat. Handelaren van heinde en verre kwamen naar de archipel wat resulteerde in een levendige, maar complexe ruilhandel van allerlei goederen. Vanuit Bandanees perspectief was de lokale handel in de 15e eeuw echter het meest van belang, omdat betalingen in sago werden gedaan: onmisbaar voor het leven op Banda.

Basta
In de periode hierna, nog voor de komst van de Europeanen, werden basta-doeken steeds meer gebruikt als betaalmiddel in de specerijenhandel. Basta is een verzamelnaam voor alle soorten geïmporteerd Aziatisch textiel. De stoffen die Banda bereikten kwamen ten minste uit zes verschillende gebieden: Noordwest-India, de Coromandelkust van India, Bengalen, China, de Grote Soenda-eilanden (vooral Java) en de Kleine Soenda-eilanden (vooral Bali).

De twee basta-doeken in het stilleven, uit de 17e en 19e eeuw, zijn via Banda op Babar terecht gekomen, waar ze een belangrijke rol spelen in de lokale cultuur.

Cabaset
Met de komst van de Europeanen arriveerden er ook Europese producten op de Molukken, zoals helmen en harnassen. Ze werden cadeau gedaan aan belangrijke personen of werden uitgewisseld. Alhoewel de vraag naar andere Europese producten niet groot was, werd er grote waarde aan dergelijken helmen toegekend. Ze werden in verschillende contexten gebruikt: als een teken van rang kroonden ze de hoofden van leiders bij ceremoniële gelegenheden. Ook is bekend dat ze werden bewaard als erfstukken, zoals in Banda Elat op Groot Kai. Aan de andere kant werden dergelijke helmen ook daadwerkelijk gebruikt, zoals door de VOC in 1621 bij de genocide op de bevolking van Banda.

De cabaset in het stilleven komt uit de 17e eeuw. Het woord cabaset is afgeleid van capacete, Portugees voor helm. Deze helmen werden in de 16e en 17e eeuw in Europa gedragen door de infanterie. De grote paradijsvogel, afkomstig van de naburige Aru-eilanden, wordt op de Molukken als een symbool van status en als een bron van bescherming gedragen.

Schedel
De menselijke schedel verwijst naar het gewelddadig optreden van de VOC op de Midden-Molukken. Het verhaal van Banda staat namelijk niet op zichzelf. Ook overige delen van de Molukse archipel zijn op een bloedige wijze onderdrukt en economisch uitgebuit. De vele oorlogen in de zeventiende eeuw getuigen hiervan, waarbij eilanden zijn ontvolkt en hele dorpen zijn uitgemoord en platgebrand. Een aantal van deze oorlogen zijn:

1609 – 1621     De ontvolking van Banda
1625 – 1637     De Tweede Alaka Oorlog (Haruku)
1632 – 1652     De Iha Oorlog (Saparua)
1641 – 1646     De Hituese Oorlog (Ambon)
1651 – 1656     De Hoamoal Oorlog (Seram)

Naast de oorlogen heeft de Compagnie ook de lokale samenlevingen ontwricht en doormiddel van een verdeel-en-heerspolitiek tegen elkaar uitgespeeld. Hiervan zijn de gevolgen voor het Molukse volk tot op de dag van vandaag merkbaar.

Schelptrompet
Schelptrompetten werden op de Midden-Molukken gebruikt als muziekinstrument en communicatiemiddel om personen bijeen te roepen bij belangrijke aangelegenheden. Om die reden worden ze bezien als de stem van het Molukse volk. Deze oude schelptrompet uit Seram, het moedereiland van de Midden-Molukken, is met het mondstuk naar beneden geplaatst. Het symboliseert de poging van de VOC om de stem van het Molukse volk te ontnemen. Desondanks heeft het Molukse volk door de eeuwen heen een grote veerkracht getoond.

Bronnen:

  • Toos van Dijk and Nico de Jonge (1991): Bastas in Babar, imported Asian Textiles in a South-east Moluccan culture, in: Indonesian Textiles, Ethnologica NF, Band 14.
  • Persoonlijke communicatie tussen J.L.S. Pattipeilohy en D. Smidt

[1] Korthals, M. (7 oktober 2017). Achter die prachtige stillevens uit de 17de eeuw gaat een lugubere geschiedenis schuil. Trouw.