gebruikte termen en begrippen

In dit online project worden vele begrippen gebruikt die misschien niet altijd gangbaar zijn. Hieronder een aantal begrippen, personen en plaatsen verklaard – met dank aan Tristan Mostert.

termen

Adat: traditie. Het geheel van sociale normen, culturele gebruiken, en gewoonterecht van een gemeenschap.

foelie: het rode vliesje rond de muskaatnoot, met een iets ander aroma dan de noot zelf. Foelie wordt van oudsher apart van de noot gedroogd, verwerkt, en verkocht.

kenari: canarium indicum, hoge boom met plankwortels waaraan een amandalachtige noot groeit. Komt algemeen voor in de Molukken. Werd o.a. geplant tussen de kruidnagel- en nootmuskaatbomen, omdat deze beter groeiden onder de lichte schaduw van het bladerdak van de kenari.

kora-kora: grote oorlogsprauw met uitlegger, vaak voorzien van zeil, die in de Molukken algemeen werd gebruikt in de oorlogvoering. De gemeenschappen op de Banda-eilanden hadden bijzonder grote kora-kora met soms wel honderden bemanningsleden. (De oorspronkelijke kora-kora is anders dan de prauwen zonder uitleggers die er heden ten dage mee worden aangeduid.)

Mama lima: de vrouwelijke dragers van kennis en traditie binnen de orlima-gemeenschap.

Mardijker (Merdika / Mardika):  algemene term voor vrije, veelal Christelijke Aziatische bewoners van buiten het betreffende gebied zelf. Wordt in de Molukken met name gebruikt om te verwijzen naar de gemengde Aziatische bevolking die deels een erfenis was uit de Portugese tijd, maar in de VOC tijd verder groeide, met name door vrijgemaakte (vaak christelijke) slaafgemaakten. (Merdika/Merdekah = vrij.)

orangkaya: aanduiding voor politieke leiders (Letterlijke betekenis: rijk man.) De verschillende gemeenschappen op de Banda-eilanden werden elk geleid door een orangkaya. Voor zaken die de eilanden als geheel aangingen kwamen de verschillende orangkaya in vergadering bijeen.

Orang lima = orlima/urlima. De mannelijke dragers van kennis en traditie binnen de orlima-gemeenschap.

pala: de inheemse naam voor nootmuskaat.

perkenier (perken, perkenierstelsel): de perkeniers waren degenen die de nootmuskaattuinen op Banda (de perken), in leen hadden van de VOC en later de Nederlandse Staat. Zij verbouwden daar met slavenarbeid de nootmuskaat en leverden deze tegen vastgestelde prijzen aan de VOC. Het perkenierstelsel kreeg vorm in 1621, toen de oorspronkelijke bevolking van de eilanden grotendeels was verdwenen, en zou tot 1873 blijven bestaan.

sago: meel of deegachtige substantie, gemaakt uit de binnenkant van de stam van de sagopalm. Was en is in grote delen van de Molukken en Nieuw-Guinea, waar nauwelijks rijst wordt verbouwd, het hoofdvoedsel van de lokale bevolking.

syahbandar / shahbandar: hoofd van de haven, inner van havengeld, en daarmee tussenpersoon tussen bezoekende handelaars en de lokale gemeenschap. (shah = hoofd / koning, bandar = haven)

ulilima (ook wel urlima of patalima): een bondgenootschap tussen verschillende gemeenschappen. (uli = gemeenschap, lima = vijf.)  De ulilima en hun rivaliteit met de ulisiwa kwam in grote delen van de Molukken voor. Vaak, maar niet altijd, waren de leden van de ulilima met name de islamitische handelsgemeenschappen langs de kusten.

ulisiwa (ook wel ursiwa of patasiwa): een bondgenootschap tussen verschillende gemeenschappen. (uli = gemeenschap, siwa = negen.)  De ulisiwa en hun rivaliteit met de ulilima kwam in grote delen van de Molukken voor. Vaak, maar niet altijd, hingen de leden van de ulisiwa de oorspronkelijke godsdiensten in het gebied aan, of waren ze christelijk.

eigennamen

Verhoeff, P.W. (c. 1573 – 1609): VOC-admiraal die in 1609 in de Banda-eilanden aankwam om de bewoners “met tractaet of gewelt” aan de VOC te binden. Toen hij zonder formele toestemming een fort begon te bouwen op Neira, werd hij door de Bandanezen in een hinderlaag gelokt en afgemaakt. Dit was aanleiding voor verdere open vijandelijkheden tussen de VOC en de Bandanezen.

Coen, J.P. (1587 – 1629): Vierde gouverneur-generaal van de VOC. Gaf leiding aan de expeditie van 1621 die zou leiden tot de ontvolking van Lontor, en die de hele Banda-groep onder controle van de VOC zou brengen.

Heemskerck, Jacob van (1567 – 1607): Gaf samen met Wijbrant van Warwijck leiding aan de eerste Nederlandse vloot die in 1599 in de Banda-eilanden aankwam

Rijali / Sifarijali (c. 1590 – na 1653): imam van het eiland Hitu. Vluchtte na de val van Hitu de Hikayat Tanah Hitu, de enige door een Molukker geschreven geschiedenis uit de 17de eeuw, waarin hij ook de verovering van de Banda-eilanden door de VOC beschrijft.

Rumphius, G.E. (1627 – 1702):  kwam als soldaat naar Ambon en kon zich daar uiteindelijk in VOC-dienst geheel kon toeleggen op natuuronderzoek. Schreef het vele werken over Ambon en de Molukken, waaronder het natuurhistorische Ambons kruidboek.

Des Alwi (1927 – 2010): diplomaat en historicus, afkomstig van de Banda-eilanden. Adoptiefzoon van Mohammed Hatta, de latere vicepresident van Indonesië. Schreef zelf meerdere historische werken over Banda en de Molukken, en was een groot pleitbezorger van de eilanden.

plaatsnamen

Neira

-4.528466632321065, 129.8997918463241

Handelsplaats aan de zuidkant van het eiland Banda Neira. Werd in 1609 verwoest en veroverd door de VOC.

 

Nassau, fort

-4.528359678884293, 129.89790357107967

VOC-fort, gebouwd bij Neira in 1609. Het feit dat VOC-admiraal Verhoeff zonder toestemming begon aan de bouw van dit fort was de aanleiding voor de hinderlaag waardoor hij omkwam, en de verdere escalatie van het conflict in de Banda-eilanden.

 

Belgica, fort

-4.526263388331954, 129.89909447194404

Oorspronkelijk gebouwd als redoute om bescherming te bieden aan het lager gelegen fort Nassau; later uitgebreid tot een vijfhoekig fort.

 

Revengie, fort

-4.518953062388596, 129.77364755642645

Gebouwd na de verovering van het eiland Ai in 1616. Ook bekend als ‘fort de wrake’.

 

Lontor

-4.549317157316271, 129.87926362258548

Nederzetting aan de westkant van het eiland Lontor. Deze goedverdedigde plaats viel uiteindelijk voor VOC-troepen op 11 maart 1621.

 

Ortatan

-4.545552495548654, 129.89634392945766

Deze nederzetting was de neutrale overlegplaats van de orangkaya van de hele eilandengroep, die hier rondom een grote waringin-boom gezamenlijk beleid bepaalden en geschillen bijlegden. De stad viel samen met Lontor in maart 1621.

 

Labataka / Lautaka

-4.50403529695315, 129.8999696557578

Plaats op de noordkant van het eiland Neira. Werd in juli 1609 geplunderd en verwoest door VOC-troepen.

 

Selama / Selamon

-4.527276688302531, 129.93918891664546

Plaats aan de noordoostkust van het eiland Banda Lontor. Gaf zich tijdens de verovering van 1621 aanvankelijk over aan de VOC. Evengoed werd in april 1621 besloten de bewoners van Selama gevangen te nemen en van het eiland te deporteren.

 

Siau

2.7312237536089308, 125.387026864339

De VOC wist in 1616 met list en bedrog de bevolking van dit eiland aan boord van een schip te krijgen en gedwongen naar de Banda-groep te deporteren, als onderdeel van een plan om delen van de eilandengroep te herbevolken. De meeste Siauers wisten echter spoedig na hun vestiging op Pulau Ai te ontkomen.

 

Banda Neira

-4.518840759730604, 129.90339673550776

Een van de centrale eilanden in de Banda-groep. De nederzetting Neira, die haar naam geeft aan het hele eiland, was aan het begin van de 17de eeuw de voornaamste handelsplaats in de eilandengroep.  Het eiland werd in 1609 door de VOC veroverd.

 

Banda Lontor / Banda Besar

-4.55601731027616, 129.91421140175714

Het grootste eiland in de Banda-groep. De naam Lontor ontleent het aan een nederzetting aan de westkant van het eiland. Het eiland wordt echter ook wel Banda Besar (groot-Banda) genoemd. Na de bloedige verovering en ontvolking van dit eiland in 1621 had de VOC de Banda-eilanden onder haar controle.

 

Gunung Api

-4.522391652229529, 129.88065160157

De actieve vulkaan die verantwoordelijk is voor het ontstaan van de eilandengroep, en waarvan de as de centrale eilanden zo vruchtbaar maakt voor o.a. de nootmuskaatboom. Het vulkaaneiland was in de 17de eeuw niet permanent bewoond.

 

Ai

-4.526755375399894, 129.772590766225

Ook wel Ay. Werd in 1616 door de VOC veroverd. De bevolking ontvluchtte het eiland; de VOC herbevolkte het, en verdeelde het in noormuskaatperken.

 

Run

-4.557044023554272, 129.68178189739828

Run, het meest westelijke van de Banda-eilanden, had zich in 1616 onder bescherming van de Engelsen gesteld, maar zag zich in 1621 gedwongen zich aan de VOC over te geven. Het jaar erop werd de bevolking, in reactie op een gerucht over een complot, alsnog tot slaaf gemaakt en werden alle mannen van het eiland omgebracht. Het eiland werd in Europa formeel nog steeds gezien als Engels bezit tot aan de Vrede van Breda (1667).

 

Rozengain / Hatta

-4.592951396839636, 130.039047274252

Rozengain is het meest oostelijke eiland van de Banda-groep, en werd in 1621 onder controle van de VOC gebracht. Aanvankelijk werd ook dit eiland in perken ingedeeld; na 1627 werd de nootmuskaatteelt echter geconcentreerd op Lontor, Neira en Ai en werden de bomen omgekapt. Rozengain deed daarna dienst als ballingsoord voor VOC-gevangenen. Het eiland heet tegenwoordig Pulau Hatta, naar de beroemdste politieke balling die ooit op de eilandengroep heeft verbleven: Mohammed Hatta, de latere vicepresident van Indonesië.

 

Seram

-3.1279320386933556, 129.2713775793502

Groot eiland ruim 100 kilometer ten noorden van de Banda-groep. Met de bewoners langs de zuidkust van Seram, met name aan de oostkant van het eiland, hadden de Bandanezen van oorsprong veel contact, en hier vluchtte dan ook een deel van de bevolking van de eilanden heen in 1621. West-Seram was een kruidnagelproducerend gebied, en om die reden het toneel van oorlogen over specerijen tot in de jaren ’50 van de 17de eeuw.

 

Hitu

-3.607431127580966, 128.140004775916

Een staat op het noordelijke schiereiland van het eiland Ambon. Werd bondgenoot met de Nederlanders in 1599, maar kwam steeds meer klem te zitten tussen de VOC en de verschillende andere staten in het gebied. Werd in de jaren ’40 van de 17de eeuw uiteindelijk zelf veroverd door de VOC.

 

Ambon

-3.6725308529372667, 128.20248952036806

Eiland ten noordwesten van de Banda-groep. Vanaf 1605 was de zuidkant van het eiland (Leitimor) onder directe controle van de VOC.

 

Ternate

0.7919419829864968, 127.37553896776944

Een van de sultanaten in de Noord-Molukken. De sultan sloot in 1607 een bondgenootschap met de VOC, in ruil voor exclusieve kruidnagelleveranties. De sultan was in naam heerser over grote delen van de Molukken, die dan ook werden betrokken in dit verdrag.

 

Kei-eilanden (ook wel Kai)

-5.780483065325639, 132.86108851138212

Met deze eilandengroep hadden de Bandanezen van oorsprong handelscontacten. Vele Bandanezen vluchtten in 1621 dan ook naar deze eilanden. In de dorpen Banda Eli en Banda Elat wordt nog steeds de oorspronkelijke Bandanese taal gesproken, wordt de exodus van 1621 nog herinnerd in orale tradities, en bestaan verschillende andere Bandanese culturele tradities voort.

 

Melaka / Malakka

2.1915779229145467, 102.25244506738407

Belangrijke entrepothaven in Zuidoost-Azië, in 1511 veroverd door de Portugezen. De Bandanezen hadden intensieve handelscontacten met deze stad.

 

Makassar

-5.189083941731143, 119.40620817038108

De hoofdstad en belangrijkste havenstad van een rijk in Zuid-Sulawesi, dat in toenemende mate een bron van verzet werd tegen het VOC-specerijenmonopolie. Na 1621 vonden vele Bandanese vluchtelingen hier uiteindelijk hun toevlucht.

 

Batavia

-6.1430318794796275, 106.84186632251678

Vanaf 1621 het VOC-hoofdkwartier. Het huidige Jakarta.

Voor het samenstellen van deze lijst is o.a. gebruik gemaakt van de Atlas of Mutual Heritage (www.atlasofmutualheritage.nl) en het VOC-glossarium (http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/)